Bij het carpaal tunnel syndroom (CTS) is de middelste handzenuw bekneld ter hoogte van het polsgewricht. Dit geeft pijn, tintelingen en een doof gevoel in de handpalm en vingers. Soms gaat dit gepaard met krachtverlies, waardoor u bijvoorbeeld moeilijk voorwerpen kunt vasthouden. De chiropractor pakt het probleem bij de kern aan en onderzoekt zowel uw pols als de volledige route van de beknelde zenuw. Het doel is daarbij een spoedig en blijvend herstel.
De carpaal tunnel bevindt zich aan de binnenzijde van de pols. De tunnel wordt gevormd door de polsbotjes, waarover een bindweefselband is gespannen. Door deze tunnel lopen allerlei bloedvaten, pezen en een enkele zenuw. Bij CTS neemt de ruimte in de tunnel af, waardoor de zenuw beknelt raakt. Dit verstoort de bloedvoorziening naar de zenuw, waardoor deze niet meer normaal kan functioneren. De onderliggende oorzaak kan verschillen. Denk aan overbelasting van de pols, gebroken polsbotjes, hormonale veranderingen (tijdens zwangerschap of menopauze), verstoorde vochthuishouding, slijtage, artrose of reuma. Vaak beginnen de klachten in een van de handen, waarna ze later naar de andere hand kunnen uitbreiden.
De chiropractor wil het probleem bij de kern aanpakken, zodat u zo spoedig mogelijk herstelt. Daarom onderzoeken we zowel uw pols als de volledige route van de betreffende zenuw. Deze begint in de nek en loopt vervolgens via de hals, borst, bovenarm, elleboog en onderarm naar de hand. Mogelijk is de zenuw niet alleen in de carpaal tunnel bekneld, maar ook op andere plaatsen. Is dat het geval, dan behandelen we de hele route van de betreffende zenuw.
De behandeling bestaat uit manipulaties/mobilisaties, myofasciale therapie en rekoefeningen. Hiermee vergroten we de ruimte in de carpaal tunnel. Soms bevelen we een brace aan. Met behulp van oefeningen werken we ook aan een betere lichaamshouding, waarmee de spanning op de gehele zenuwbaan vermindert en de polsfunctie verbetert.